>Nee, ik heb geen broers en zussen.
Als je één broer of zus hebt, kun je zeggen:
> Ja, ik heb een broer/zus.
Als u meer dan één broer of zus heeft, kunt u zeggen:
> Ja, ik heb [aantal broers en zussen] broers/zussen.
U kunt ook de volgende zinnen gebruiken om de vraag "Heeft u broers en zussen?" te beantwoorden:
> Ik heb geen broers.
> Ja, ik heb broers.
> Ik heb twee broers.
> Ik heb drie broers.
> Ik heb vier broers.
> Ik heb vijf broers.
> Ik heb zes broers.
> Ik heb zeven broers.
> Ik heb acht broers.
> Ik heb negen broers.
> Ik heb tien broers.