Arts >> Kunst en amusement >  >> theater >> monologen

Hoe zeg je bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans?

Bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans komen meestal na het zelfstandig naamwoord. Dit heet post-positionering.

Bijvoorbeeld:

- La casa grande .

>Het grote huis.

- El coche rojo .

>De rode auto.

- La niña intelligent .

>Het intelligente meisje.

Er zijn enkele uitzonderingen op deze regel, zoals bijvoeglijke naamwoorden die fysieke kenmerken of nationaliteiten beschrijven, die meestal vóór het zelfstandig naamwoord staan.

Bijvoorbeeld:

- Ojos verde.

>Groene ogen.

- Cara redonda.

>Rond gezicht.

- Comida mexicaans.

>Mexicaans eten.

Wanneer een bijvoeglijk naamwoord vóór het zelfstandig naamwoord wordt gebruikt, moet het overeenkomen met het zelfstandig naamwoord in geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en getal (enkelvoud of meervoud).

Bijvoorbeeld:

- La casa grande .

>Het grote huis.

- El coche rojo .

>De rode auto.

- Las niñas inteligentes .

>De intelligente meisjes.

Sommige bijvoeglijke naamwoorden kunnen echter zowel in mannelijke als vrouwelijke vorm worden gebruikt, zoals grande , pequeño (klein) en bueno (Goed).

In deze gevallen zal het bijvoeglijk naamwoord niet van vorm veranderen, afhankelijk van het zelfstandig naamwoord dat het beschrijft.

Bijvoorbeeld:

- El coche groot .

>De grote auto.

- La casa grande .

>Het grote huis.

Hier zijn nog enkele voorbeelden van Spaanse bijvoeglijke naamwoorden:

- Alt (lang)

- Bajo (kort)

- Guapo (knap)

- Bonita (zeer)

- Eenvoudig (Leuk)

- Antipatico (onaangenaam)

- Divertido (plezier)

- Aburrido (saai)

- Intelligent (intelligent)

- Tonta (dom)

monologen

Verwante categorieën