Hier is een voorbeeld van een Shakespeare-sonnet van William Shakespeare:
Wanneer, in ongenade door fortuin en mannenogen,
Ik huil helemaal alleen over mijn verstoten staat,
En vertroebel de dove hemel met mijn laarsloze kreten,
En kijk naar mezelf, en vervloek mijn lot,
Ik wens me nog iemand rijker aan hoop,
Uitgelicht zoals hij, zoals hij met bezeten vrienden,
Ik verlang naar de kunst van deze man, en naar de reikwijdte van die man,
Met datgene waar ik het meest van geniet en het minst tevreden ben,
Toch verachtte ik mezelf bijna in deze gedachten,
Gelukkig denk ik aan jou, en dan aan mijn toestand,
Zoals de leeuwerik bij het aanbreken van de dag
Van sombere aarde, zingt hymnen aan de hemelpoort.
Voor uw zoete liefde, herinner me dat zulke rijkdom met zich meebrengt,
Dat ik het dan minacht om mijn staat met koningen te veranderen.