1. Realisatie van zijn tragische lot: Oedipus komt tot het schokkende besef dat hij de vreselijke profetie heeft vervuld waar hij al die tijd bang voor was. Hij betreurt zijn ondergang en drukt zijn angst en wanhoop uit.
2. Zelfberisping: Oedipus berispt zichzelf scherp vanwege zijn blindheid en arrogantie. Hij geeft zijn eigen daden de schuld van de pijn die hij zichzelf en anderen heeft aangedaan.
3. Verlies van gezichtsvermogen: Oedipus kiest ervoor zichzelf te verblinden als symbolische straf voor zijn daden. Door zichzelf het gezichtsvermogen te ontnemen, probeert hij te ontsnappen aan de ondraaglijke gruwel van het onder ogen zien van de wereld die hij onbewust zoveel lijden heeft veroorzaakt.
4. Verbanning: Oedipus erkent dat hij niet langer geschikt is om onder zijn volk te leven en besluit in ballingschap te gaan. Hij gelooft dat zijn aanwezigheid Thebe alleen maar meer ongeluk zal brengen.
5. Een beroep doen op Creon: Oedipus vertrouwt zijn dochters Antigone en Ismene toe aan de zorg van Creon, zijn zwager. Hij smeekt Creon om voor hen te zorgen en hen tegen verder kwaad te beschermen.
6. Afscheid van Thebe: Oedipus neemt voor een laatste keer afscheid van de stad Thebe, die hij ooit regeerde als een gerespecteerde koning. Hij betreurt de tragische gang van zaken die zijn leven heeft verwoest en zijn naam te schande heeft gemaakt.
7. Verzoek om een waardige dood: Oedipus drukt zijn verlangen uit naar een vredige en waardige dood. Hij wil rust vinden en bevrijd worden van de last van zijn schuld en lijden.
Over het geheel genomen geeft Oedipus' monoloog aan het einde van 'Oedipus Rex' zijn diepe verdriet, angst en zelfveroordeling weer terwijl hij worstelt met de gevolgen van zijn tragische lot en erkent hij de verwoestende impact van zijn daden op zichzelf en de mensen om hem heen.