Over het algemeen begint het altissimo-register van een blaasinstrument één octaaf boven de hoogst beschikbare noot in het concertregister. Het altissimo-register van de klarinet begint bijvoorbeeld op geschreven G6 (concert A6). Altissimo-noten worden op sommige instrumenten geproduceerd door overblazen, terwijl ze op andere specifieke alternatieve vingerzettingen en embouchure-aanpassingen vereisen. Sommige instrumenten, zoals de klarinet en fagot, hebben gevestigde altissimo-registers met veel noten en vingerzettingen die vaak worden gespeeld, terwijl andere, zoals de hobo en fluit, een beperkter altissimo-bereik hebben en meer gespecialiseerde speeltechnieken vereisen.
Het altissimo-register is te herkennen aan zijn uitgesproken, doordringende klank en wordt vaak gebruikt voor expressieve of technische passages in geavanceerd blaasspel. Er is veel oefening, controle en beheersing van het instrument nodig om altissimo-noten goed te spelen, en het wordt beschouwd als een teken van geavanceerde techniek en muzikaliteit.