1. “Ik sta hier vandaag.” (Voornaamwoord)
2. “Amerika is een geweldige natie.” (Zelfstandig naamwoord)
3. “We mogen niet toestaan dat de vlammen van wrok de vlammen van de hoop doven.” (Zelfstandig naamwoord)
4. “We moeten als broeders samenleven.” (Zelfstandig naamwoord)
5. “Ik heb een droom dat deze natie op een dag zal opstaan.” (Zelfstandig naamwoord)
6. “Het zal opstaan en de ware betekenis van zijn geloof uitleven.” (Werkwoord)
7. “We zullen niet altijd tevreden zijn.” (Werkwoord)
8. “We moeten ernaar streven om in vrede te leven.” (Werkwoord)
9. “Laat de vrijheid klinken vanuit de machtige bergen.” (Zelfstandig naamwoord)
10. “Laat de vrijheid klinken vanaf de hellingen van Californië.” (Zelfstandig naamwoord)