1. Nadruk op familiebanden:De toespraak benadrukt Antigone's diepe liefde en loyaliteit voor haar overleden broers, Polynices en Eteocles. Haar weigering om hun lichamen achter te laten toont haar sterke familiebanden aan en het belang van het eren van de doden volgens haar overtuigingen en gebruiken.
2. Uiting van verdriet en frustratie:Antigone's woorden brengen haar verdriet en angst over het tragische lot van haar broers, het lijden dat ze ondergaat, en haar gevoel van hulpeloosheid over. Haar emotionele toestand roept empathie op bij het publiek, omdat ze zich kunnen inleven in haar pijn en haar wanhopige acties kunnen begrijpen.
3. Onrechtvaardigheid van de wet:De toespraak werpt licht op de harde en onrechtvaardige wet opgelegd door Creon, die de begrafenis van Polynices verbiedt. Het publiek kan waarnemen dat Antigones verzet tegen deze wet voortkomt uit haar morele principes en haar verlangen om haar broer te eren, en niet uit verzet of rebellie.
4. Opoffering en onbaatzuchtigheid:Antigone's toespraak onthult haar bereidheid zichzelf op te offeren ter wille van haar broer en haar waarden. Ze aanvaardt de mogelijke straf voor haar daden zonder angst, wat haar onbaatzuchtige toewijding aan haar plicht suggereert.
5. Contrast met Creon:Door Antigone's emotionele kwetsbaarheid naast Creon's koude en meedogenloze houding te plaatsen, kan het publiek het schril contrast tussen hun personages zien. De menselijkheid en empathie van Antigone worden duidelijker in vergelijking met de harde en onverzettelijke houding van Creon.
Over het geheel genomen creëert de toespraak sympathie voor Antigone door een multidimensionaal personage voor te stellen dat wordt gedreven door liefde, verdriet en een gevoel van religieuze plicht. Het contrast tussen haar emoties en Creons onverzettelijkheid versterkt haar sympathieke vertolking in het stuk nog meer.