Arts >> Kunst en amusement >  >> theater >> monologen

Wat betekent passage in de monoloog Alle werelden een podium van William Shakespeare?

De monoloog "All the world's a stage" uit William Shakespeare's toneelstuk "As You Like It" (Act II, Scene VII) is een beroemde passage die de wereld vergelijkt met een podium en het menselijk leven met een toneelstuk. Hier volgt een uitleg van de passage:

1. Het leven als toneelstuk: De monoloog begint met het vergelijken van de wereld met een podium, wat suggereert dat het leven als een theatrale productie is. Shakespeare personifieert de wereld als een ‘podium’ waar mensen hun rol als acteurs in een toneelstuk spelen.

2. Zeven tijdperken van de mens: De spreker, Jacques, beschrijft vervolgens de zeven fasen, of leeftijden, van het leven van een man, elk met zijn eigen unieke reeks kenmerken en uitdagingen. Deze fasen zijn:

- Kinderschoenen: Huilend en hulpeloos als een baby.

- Schooljongen: Met tegenzin naar school gaan en een tas vol boeken meedragen.

- Liefhebber: Vol passie, emotie en zuchten van liefde.

- Soldaat: Ambitieus, trots en klaar om voor eer te vechten.

- Justitie: Een wijze en serieuze rechter worden, vol wijsheid en ervaring.

- Ouderdom: Zwak en vergeetachtig, met een zwak lichaam en een verschrompelde geest.

- Tweede jeugd: Als een baby, maar zonder tanden en met doffe ogen, die de laatste levensfase bereikt.

3. Rollenspel: Shakespeare benadrukt het performatieve aspect van het leven en suggereert dat mensen gedurende hun hele leven verschillende rollen spelen, net zoals acteurs verschillende karakters spelen in een toneelstuk.

4. Levensprestaties: De monoloog belicht de verschillende fasen en transformaties van het menselijk leven, wat suggereert dat ieder mens zijn eigen unieke rol te spelen heeft in het grote theater van het leven.

5. Universaliteit: Shakespeare's beschrijving van de zeven tijdperken van de mens impliceert dat deze stadia universeel zijn en van toepassing zijn op alle mensen, ongeacht hun omstandigheden.

6. Vergankelijke aard van het leven: De monoloog onderstreept de voorbijgaande en kortstondige aard van het leven, waarbij elke fase overgaat in de volgende, net zoals scènes veranderen in een toneelstuk.

7. Contrast: Shakespeare contrasteert de verschillende levensfasen, van de onschuld van de kindertijd tot de wijsheid van de ouderdom, en illustreert daarmee de dynamische en steeds veranderende aard van het menselijk bestaan.

In wezen brengt de passage een filosofische en theatrale kijk op het leven over, waarbij parallellen worden getrokken tussen de wereld en een podium, en de evoluerende rollen worden benadrukt die individuen tijdens hun levensreis spelen.

monologen

Verwante categorieën