Het antwoord op het raadsel is 'man'. Als kind kruipt de mens op handen en knieën ('s ochtends), staat de mens rechtop en loopt op twee benen ('s middags), en op oudere leeftijd kan hij de hulp van een wandelstok of steun nodig hebben ('s avonds). Deze voortgang loopt parallel met de levensreis van Oedipus. In zijn jeugd was hij vol trots en ambitie en probeerde hij het raadsel op te lossen en Thebe van de pest te redden. Rond het middaguur bereikte hij het hoogtepunt van zijn macht en status als koning, maar zijn daden leidden hem onbewust naar een ramp. Op de avond van zijn leven wordt Oedipus vernederd en gebroken door de openbaring van zijn verleden, maar hij verkrijgt ook wijsheid en zelfbewustzijn. Hij gaat begrijpen dat het raadsel niet alleen een puzzel was, maar een metafoor voor de ingewikkelde en vaak pijnlijke reis van het menselijk leven.
De tragische ondergang van Oedipus is uiteindelijk het resultaat van zijn hoogmoed en zijn verlangen om zijn eigen lot te beheersen. Hij geloofde dat hij het lot te slim af kon zijn en kon ontsnappen aan de profetie die zijn daden voorspelde. Door zijn lijden en ondergang leert Oedipus echter dat ware wijsheid niet ligt in het proberen de gebeurtenissen onder controle te houden, maar in het accepteren van de eigen beperkingen en het begrijpen van de diepere krachten die een rol spelen. Het raadsel, met zijn veranderende aard en het element tijd, dient als een aangrijpende herinnering aan de vergankelijke en onvoorspelbare aard van het menselijk bestaan en het belang van nederigheid tegenover de wereld.