1. Kwatrijnen en coupletten :Een sonnet van Shakespeare bestaat uit 14 regels, verdeeld in vier kwatrijnen (strofes van vier regels) en een laatste rijmend couplet (strofe van twee regels).
2. Jambische pentameter :Elke regel van een Shakespeare-sonnet moet in jambische pentameter worden geschreven. Dit betekent dat elke regel uit tien lettergrepen bestaat, met afwisselend onbeklemtoonde en beklemtoonde lettergrepen.
3. Rijmschema :De kwatrijnen volgen een ABAB CDCD-rijmschema, terwijl het laatste couplet rijmt met een EE-rijmschema. Hier is een voorbeeld:
```
Wanneer je in ongenade bent door fortuin en mannenogen, (A)
Ik huil helemaal alleen over mijn verstoten staat, (B)
En bestorm de dove hemel met mijn laarsloze kreten, (A)
En kijk naar mezelf en vervloek mijn lot, (B)
Ik wens me nog iemand rijker aan hoop, (C)
Uitgelicht zoals hij, zoals hij met bezeten vrienden, (D)
Verlangend naar de kunst van deze man en de reikwijdte van die man, (C)
Met waar ik het meest van geniet en het minst tevreden ben; (D)
Maar in deze gedachten veracht ik mezelf bijna, (E)
Hopelijk denk ik aan jou, en dan aan mijn toestand, (E)
Zoals de leeuwerik bij het aanbreken van de dag (F)
Van sombere aarde zingt hymnen aan de hemelpoort; (G)
Want je zoete liefde herinnerde je dat zulke rijkdom met zich meebrengt (F)
Dat ik het dan minacht om mijn staat met koningen te veranderen. (G)
```
4. Thema :Shakespeareaanse sonnetten onderzoeken vaak thema's als liefde, verlies, tijd, schoonheid, natuur en sterfelijkheid.
5. Volta :Het derde kwatrijn (regels 9-12) bevat meestal een volta of een "wending" in het gedicht, waarbij de toon of het perspectief van de spreker verandert. Deze verschuiving leidt vaak tot een contrasterende gedachte of oplossing in het laatste couplet.
Door zich aan deze regels te houden, creëren Shakespeare-sonnetten een aparte poëtische structuur die bijdraagt aan hun muzikaliteit, emotionele diepgang en gedenkwaardige kwaliteit.