1. Wat heeft een kop en een staart, is bruin en heeft geen poten?
*Antwoord:* Een cent.
2. Ik heb altijd honger, hoe meer je me voedt, hoe meer ik groei, maar als ik dorst heb, word ik kleiner. Wat ben ik?
*Antwoord:* Vuur.
3. Ik ben lang als ik jong ben en klein als ik oud ben. Wat ben ik?
*Antwoord:* Een kaars.
4. Ik heb takken, maar geen fruit, stam of bladeren. Wat ben ik?
*Antwoord:* Een bank.
5. Davids vader heeft drie zonen:Snap, Crackle en _____?
*Antwoord:* David.
6. Wat gaat door de schoorsteen naar beneden, maar kan niet door de schoorsteen omhoog?
*Antwoord:* Een paraplu.
7. Wat heeft vier wielen en vliegt?
*Antwoord:* Een vuilniswagen.
8. Ik ben altijd nat, maar ik droog nooit. Wat ben ik?
*Antwoord:* Een handdoek.
9. Wat heeft een bed, maar geen hoofd, een mond maar geen tanden, en loopt, maar heeft geen benen?
*Antwoord:* Een rivier.
10. Wat heeft handen, maar kan niet klappen?
*Antwoord:* Een klok.