Er klonk 's nachts een geluid van feestvreugde,
En het Belgische kapitaal had zich toen verzameld
Haar schoonheid en haar ridderlijkheid, en helder
De lampen scheen over mooie vrouwen en dappere mannen;
Duizend harten kloppen vrolijk; en wanneer
Muziek ontstond met zijn wellustige deining,
Zachte ogen keken liefdevol naar ogen die weer spraken,
En alles ging vrolijk als een huwelijksklok;...
Het gedicht beschrijft verder de gebeurtenissen voorafgaand aan en tijdens de Slag bij Waterloo.