Syntaxis is een fundamenteel onderdeel van de taalkunde dat zich richt op:
* Hoe woorden worden gecombineerd om zinnen en clausules te vormen.
* hoe deze zinnen en clausules zijn gerangschikt om zinnen te vormen.
* de regels die de relaties tussen woorden en zinnen binnen een zin regelen.
Hier is een uitsplitsing van wat Syntax verkent:
* Woordbestelling: Verschillende talen hebben verschillende regels voor hoe woorden in een zin zijn gerangschikt (bijv. Onderwerp-werkwoord-object in het Engels, onderwerpobject-werkwoord in het Japans). Syntaxis verklaart deze verschillen.
* Grammaticale relaties: Syntaxis onderzoekt hoe woorden zich tot elkaar verhouden in een zin, zoals het onderwerp van een werkwoord, het object van een werkwoord of de modificator van een zelfstandig naamwoord.
* zinstructuur: Syntaxis analyseert hoe woorden samen worden gegroepeerd in zinnen, zoals zelfstandig naamwoord zinnen, werkwoordzinnen en voorzetselzinnen.
* Zinstructuur: Syntaxis onderzoekt de verschillende soorten zinnen (declaratief, vragende, imperatief, enz.) En de regels die hun constructie regelen.
Door syntaxis te bestuderen, krijgen we een dieper inzicht in hoe taal werkt en hoe betekenis wordt overgebracht door de opstelling van woorden.