1. Verwijdering van versieringen :Marullus en Flavius halen de onderscheidingen neer en vernietigen deze die de burgers hebben opgehangen ter ere en viering van de triomfantelijke terugkeer van Julius Caesar naar Rome. Door dit te doen ondermijnen ze symbolisch de populariteit van Caesar en verminderen ze zijn imago als overwinnende held.
2. Openbare toespraken: Marullus en Flavius spreken het gewone volk (plebianen) van Rome toe en stellen de motieven en ambities van Caesar in vraag. Ze wijzen erop dat hij te machtig is geworden en koning wil worden, wat in strijd is met de principes van de Romeinse Republiek. Hun toespraken zaaien twijfel in de hoofden van de burgers en creëren een negatief sentiment tegen Caesar.
3. Politieke subversie: Marullus en Flavius houden zich bezig met politieke ondermijning door het gewone volk ertoe aan te zetten in opstand te komen tegen Caesar en zijn beleid. Ze profiteren van de ontevredenheid van het volk en gebruiken hun posities als tribunes om het gezag van Caesar uit te dagen.
4. Openbare vernedering :Marullus en Flavius vernederen Caesar publiekelijk door een schoenmaker genaamd Cinna te arresteren en te straffen, omdat hij per ongeluk Cinna de dichter aanziet voor Cinna de samenzweerder. Deze daad is voor sommigen aanvankelijk amusant, maar brengt Caesar en zijn regering uiteindelijk in de ogen van het publiek in diskrediet.
5. Het gezag van Caesar uitdagen :Marullus en Flavius tarten openlijk het gezag van Caesar door zijn decreet te negeren dat niemand negatief over hem mag spreken. Ze blijven Caesar bekritiseren en zijn tekortkomingen onder de aandacht brengen, waardoor zijn reputatie en populariteit onder het volk verder worden uitgehold.
Door deze acties te ondernemen dragen Marullus en Flavius indirect bij aan de gebeurtenissen die hebben geleid tot de moord op Caesar en belemmeren ze de overwinning van Caesar en zijn aanhangers.