In het toneelstuk Macbeth speelt Lady Macbeth een cruciale rol in de dood van koning Duncan. Zij is degene die Macbeth ervan overtuigt de koning te vermoorden, en zij helpt hem bij het plannen en uitvoeren van de daad.
Nadat Macbeth zijn twijfels en angsten heeft geuit over de moord op de koning, hekelt Lady Macbeth hem omdat hij een lafaard is en zet ze hem te schande om de misdaad te begaan. Ze wijst erop dat hij al het idee heeft gehad om Duncan te vermoorden en dat hij alleen maar aarzelt vanwege zijn 'zwakke karakter'. Ze herinnert hem ook aan zijn ambitie om koning te worden en vertelt hem dat hij meedogenloos moet zijn als hij zijn doelen wil bereiken.
De vastberadenheid en manipulatie van Lady Macbeth overtuigen Macbeth er uiteindelijk van om met haar plan in te stemmen. Ze legt de details van de moord uit, inclusief hoe en wanneer deze moet plaatsvinden. Ze zegt ook tegen Macbeth dat hij de bloedige dolken bij het lichaam van Duncan moet achterlaten, zodat de schuld op de bewakers van de koning zal vallen.
Nadat de moord is gepleegd, heeft Lady Macbeth er aanvankelijk vertrouwen in dat ze de moord kunnen verdoezelen. Ze begint echter al snel tekenen van schuldgevoel en waanzin te vertonen. Ze raakt geobsedeerd door het bloed aan haar handen en kan niet slapen. Ze begint ook visioenen te krijgen van de geest van Duncan, die haar beschuldigt van moord.
Het schuldgevoel van Lady Macbeth wordt haar uiteindelijk te veel om te dragen. Ze sterft in het vierde bedrijf van het stuk, en haar dood is een keerpunt voor Macbeth. Hij wordt nog meedogenlozer en tirannieker, en uiteindelijk verliest hij zijn verstand.
De rol van Lady Macbeth bij de dood van koning Duncan is belangrijk omdat het de kracht van ambitie benadrukt en de gevaren van het toestaan dat iemands verlangens hun morele principes overwinnen. Ze is een complex en tragisch personage dat uiteindelijk wordt vernietigd door haar eigen ambitie en schuldgevoel.