1. Weeldewetten:Weeldewetten, die regelden wat individuen van verschillende rangen en sociale klassen mochten dragen, waren van kracht in de tijd van Shakespeare. Deze wetten waren bedoeld om de sociale hiërarchie in stand te houden door te dicteren welke kleuren, materialen en kledingstijlen voor verschillende sociale groepen waren toegestaan.
2. Uitgebreide ontwerpen:Shakespeare's toneelstukken toonden een breed scala aan kostuums, waarbij personages vaak versierd waren met rijkelijk versierde en luxueuze kledij. Deze kostuums werden beïnvloed door de hedendaagse continentale mode en bevatten sierlijke borduurwerken, kantversieringen en weelderige accessoires.
3. Symbolische betekenissen:Kostuums in de toneelstukken van Shakespeare hadden symbolische betekenissen en verschaften belangrijke aanwijzingen over de persoonlijkheden, sociale status en moreel gedrag van personages. Een personage dat wit draagt, kan bijvoorbeeld zuiverheid en onschuld symboliseren, terwijl donkere kleuren kunnen duiden op bedrog of schurkenstaten.
4. Sociale verschillen:De kostuums die door verschillende personages in de toneelstukken van Shakespeare werden gedragen, weerspiegelden hun sociale status. Rijke en nobele karakters droegen weelderige en extravagante kleding, terwijl bedienden en individuen uit de lagere klasse meer bescheiden en eenvoudige kleding droegen.
5. Geslachtsrollen:Kostuums weerspiegelden ook de genderrollen in de tijd van Shakespeare. Dameskostuums werden vaak gekenmerkt door volle rokken, uitgebreide lijfjes en hoofddeksels, terwijl herenkostuums bestonden uit lange rokken, doubletten en mantels.
6. Travestie:Travestie was een gangbare praktijk in het Elizabethaanse theater. Mannelijke acteurs speelden vaak vrouwelijke personages, en vrouwelijke personages vermomden zichzelf soms als mannen om verschillende redenen, zoals bescherming of bedrog.
7. Schoeisel:Schoenen waren een belangrijk aspect van Elizabethaanse kostuums. Personages met een hogere status droegen uitbundig versierde schoenen met hoge hakken, terwijl individuen uit de lagere klasse steviger en eenvoudiger schoeisel droegen.
8. Hoofdtooien en accessoires:Hoofdtooien, zoals hoeden, mutsen en sluiers, waren een integraal onderdeel van Elizabethaanse kostuums. Ze betekenden sociale status en droegen bij aan de algehele visuele complexiteit van de kleding. Accessoires zoals sieraden, handschoenen en riemen waren ook belangrijke versieringen.
9. Historische nauwkeurigheid:In sommige gevallen bevatten de toneelstukken van Shakespeare mogelijk kostuums die deden denken aan andere historische perioden dan het Elizabethaanse tijdperk. Voor producties die zich afspelen in het oude Rome of Griekenland werden kostuums bijvoorbeeld geïnspireerd door de klassieke oudheid.
10. Evolutie in de loop van de tijd:Modetrends evolueerden gedurende de hele carrière van Shakespeare. Stijlen en ontwerpen veranderden en er werden nieuwe stoffen en materialen geïntroduceerd. Door de kostuums uit de tijd van Shakespeare te bestuderen, krijgen we inzicht in de culturele, sociale en historische context waarin zijn toneelstukken werden geproduceerd en uitgevoerd.