* Rood: Rood symboliseerde passie, woede, gevaar en royalty. Het werd vaak gebruikt voor personages die intense emoties vertoonden of mensen met een hoge sociale status.
* Blauw: Blauw vertegenwoordigde waarheid, loyaliteit en nobelheid. Het werd vaak gebruikt voor deugdzame karakters of mensen van adellijke afkomst.
* Groen: Groen betekende natuur, leven en jeugd. Het werd vaak gebruikt voor karakters die verband hielden met vitaliteit of verbinding met de natuurlijke wereld.
* Geel: Geel belichaamde vreugde, komedie en verraad. Het kan worden gebruikt voor komische karakters of om onwaarheid of dubbelhartigheid aan te duiden.
* Zwart: Zwart symboliseerde rouw, dood en kwaad. Het werd vaak gebruikt voor gemene karakters of om verdriet of verdriet weer te geven.
* Wit: Wit vertegenwoordigde zuiverheid, onschuld en goedheid. Het werd vaak gebruikt voor engelachtige of deugdzame karakters.