Shakespeare-acteurs moeten een breed scala aan rollen kunnen spelen, van koningen en koninginnen tot boeren en dwazen. Ze moeten ook een verscheidenheid aan accenten en dialecten kunnen beheersen.
2. Uitspraak
De toneelstukken van Shakespeare zijn geschreven in de jambische pentameter, een vorm van poëzie met een heel specifiek ritme en cadans. Shakespeare-acteurs moeten de tekst duidelijk en expressief kunnen uitspreken, terwijl ze ook het metrum van het vers behouden.
3. Fysiek
De toneelstukken van Shakespeare zijn vaak boordevol actie en acteurs van Shakespeare moeten gracieus en overtuigend op het podium kunnen bewegen. Ze moeten hun lichaam ook kunnen gebruiken om emoties te uiten en karakter over te brengen.
4. Emotioneel bereik
De toneelstukken van Shakespeare onderzoeken een breed scala aan emoties, van liefde en vreugde tot verdriet en wanhoop. Shakespeare-acteurs moeten hun eigen emoties kunnen aanboren en op een diep niveau contact kunnen maken met het publiek.