De spreker van het eerste gedicht, 'The Tyger', lijkt onder de indruk te zijn van de kracht en schoonheid van de tijger, en lijkt ook na te denken over het idee van God als de schepper van zo'n prachtig wezen. De spreker van het tweede gedicht, 'Het Lam', lijkt meer gefocust te zijn op de onschuld en zachtheid van het lam, en gebruikt het lam als een symbool van Christus.
Op basis van deze gevolgtrekkingen is het mogelijk dat de sprekers van de twee gedichten verschillende perspectieven op het leven en de wereld zouden hebben. De spreker van "The Tyger" is misschien meer geneigd de kracht en majesteit van de natuur te waarderen, terwijl de spreker van "The Lamb" zich meer aangetrokken voelt tot de zachtheid en onschuld van het goddelijke. Het is ook mogelijk dat de sprekers een gemeenschappelijke basis vinden in hun waardering voor de schoonheid en het wonder van de natuurlijke wereld.
Uiteindelijk is het aan de lezer om te beslissen hoe hij of zij denkt dat de sprekers van deze twee gedichten over elkaar zouden denken. Er is niet één juist antwoord en verschillende lezers kunnen de gedichten op verschillende manieren interpreteren.