'Poor Country' kan worden gezien als een reflectie op de menselijke ervaring van het leven in een moeilijke en barre omgeving. Het reflecteert op de uitdagingen waarmee degenen die in dergelijke omstandigheden leven worden geconfronteerd, en de veerkracht die zij moeten ontwikkelen om te overleven en betekenis in hun leven te vinden.
De beelden die in het gedicht worden gebruikt, creëren een gevoel van verlatenheid en leegte en benadrukken de hardheid van het leven in de Outback. Neilson gebruikt de metafoor van een ‘arm land’ om het land zelf te beschrijven, waarmee hij de verarmde staat en het gebrek aan hulpbronnen suggereert. De weergave in het gedicht van de natuurlijke wereld als een plaats van ‘verdorde dromen’, ‘stille vlakten’ en ‘door droogte gebarsten zand’ versterkt dit gevoel van verlatenheid en wanhoop.
Ondanks de hardheid van de omgeving suggereert het gedicht ook een gevoel van schoonheid en kracht dat in het Australische landschap te vinden is. De dichter verwijst naar het ‘gums’ (een soort eucalyptusboom) en ‘saltbush’ (een droogteresistente plant), wat suggereert dat er nog steeds leven en veerkracht te vinden is in dit meedogenloze land.
Het gedicht reflecteert ook op de vastberadenheid en de geest van de mensen die dit land bewonen. De spreker spreekt zijn bewondering uit voor de ‘pioniersziel’ die ‘de wildernis trotseerde’ en suggereert dat het deze geest is die hen ondanks dergelijke uitdagingen op de been houdt.
Over het geheel genomen is 'Poor Country' een gedicht dat de harde realiteit en uitdagingen van het leven in de Australische Outback weergeeft, terwijl het ook de schoonheid en kracht erkent die in dit landschap en zijn mensen te vinden zijn.