- Nadruk op rede, logica en wetenschappelijk onderzoek.
- Geloof in de kracht van de menselijke rede om de wereld te begrijpen en te verbeteren.
- Optimistische kijk op menselijke vooruitgang en potentieel.
- Focus op de rol van het individu in de samenleving en het belang van individuele rechten.
- Nadruk op het belang van empirische observatie en experimenten.
- Geloof dat de menselijke natuur in essentie goed is en voor verbetering vatbaar is door middel van onderwijs en maatschappelijke hervormingen.
Romantiek (eind 18e, begin 19e eeuw):
- Nadruk op emotie, intuïtie en verbeelding.
- Geloof in het belang van individuele ervaring en expressie.
- Waardering van de natuurlijke wereld en de schoonheid van de natuurlijke wereld.
- focus op de emoties en de kracht van het individu.
- Nadruk op verbeelding, creativiteit en artistieke expressie.
- Idee van het ‘sublieme’ in de natuur:ontzagwekkend en overweldigend.
- Interesse in folklore, volkscultuur en de gewone man.
- Belang van de innerlijke wereld van het individu, het onbewuste en het mysterieuze.
- Geloof in de essentiële goedheid van de menselijke natuur, maar ook een erkenning van de kracht van duistere en destructieve krachten.
- Viering van de unieke ervaringen, gedachten en emoties van het individu.