In de Griekse mythologie was Dionysus de zoon van Zeus en Semele. Semele was een sterfelijke vrouw die werd gedood door de bliksemschicht van Zeus toen ze hem in zijn ware gedaante zag. Zeus naaide vervolgens Dionysus in zijn dij, en hij werd te vroeg geboren.
Dionysus groeide op tot een wilde en weerbarstige god. Hij werd vaak afgebeeld als een jonge man met een krans van klimopbladeren op zijn hoofd en een thyrsus, een staf omwikkeld met wijnranken, in zijn hand. Hij werd ook vaak vergezeld door een groep volgelingen die maenaden werden genoemd, dit waren wilde vrouwen die dansten en zongen ter ere van Dionysus.
Dionysus wordt geassocieerd met het theater omdat hij de god van wijn en feestvreugde was. Het oude Griekse theater werd vaak gebruikt voor festivals ter ere van Dionysus, en deze festivals omvatten vaak toneelstukken. De eerste Griekse tragedies werden tijdens deze festivals geschreven en waren vaak gebaseerd op mythen over Dionysus.
Dionysus wordt ook geassocieerd met het theater omdat hij de god van de vruchtbaarheid was. In het oude Griekenland werd het theater gezien als een plek waar de gemeenschap samen kon komen en hun gedeelde cultuur en waarden kon vieren. Het theater was ook een plek waar mensen konden ontsnappen aan de dagelijkse wereld en iets nieuws en spannends konden ervaren. Dionysus was de god die dit mogelijk maakte.
Tegenwoordig wordt Dionysus nog steeds herinnerd als de beschermgod van het theater. Zijn naam wordt vaak gebruikt om naar het theater in het algemeen te verwijzen, en hij wordt vaak afgebeeld op beelden en schilderijen in theaters over de hele wereld.