1. Eerste pogingen tot geheimhouding en manipulatie:
* Het inhuren van spionnen: Claudius stuurt Rosencrantz en Guildenstern om Hamlet te bespioneren, in de hoop de bron van zijn waanzin en elke kennis van de moord te ontdekken.
* Spelen op Hamlet's verdriet: Claudius probeert Hamlet te manipuleren door sympathie te uiten voor zijn verdriet en hem aan te moedigen om verder te gaan met de dood van zijn vader.
2. Escaleren naar fysieke dreiging:
* Het "mousetrap" -spel: Claudius regelt een toneelstuk, die de omstandigheden van zijn eigen misdaad weerspiegelt, om de vermoedens van Hamlet te testen. Zijn reactie onthult de kennis van Hamlet, wat leidt tot verdere acties.
* De reis naar Engeland: Claudius, uit angst voor zijn leven, stuurt Hamlet op een schip naar Engeland met instructies voor zijn executie.
* het duel: Na de ontsnapping van Hamlet uit het schip regelt Claudius een duel met Laertes, een bekwame zwaardvechter, wetende het risico van de dood van Hamlet. Hij vergiftigt ook het zwaard van Laertes en een kopje wijn om de ondergang van Hamlet te garanderen.
3. Ultiem falen:
* Hamlet's tegenmaatregelen: Ondanks de regelingen van Claudius is Hamlet zich bewust van zijn verraad en neemt ze maatregelen om zichzelf te beschermen. Hij voorkomt zijn eigen executie in Engeland en confronteert Claudius tijdens het duel.
* Dood en wraak: Het vergiftigde zwaard en wijn claimen uiteindelijk het leven van Hamlet, Laertes en Queen Gertrude. Claudius wordt op zijn beurt geconfronteerd met Hamlet en uiteindelijk vergiftigd door zijn eigen plan.
In wezen worden de acties van Claudius gedreven door een wanhopige poging om de macht te behouden en zijn geweten tot zwijgen te brengen. Zijn acties zijn echter uiteindelijk ongedaan gemaakt door zijn eigen bedrog en Hamlet's sluwheid.