Muziek :Muziek wordt in radiodrama's gebruikt om de sfeer en sfeer te bepalen, overgangen te creëren en een dramatisch effect toe te voegen. Muziek kan ook worden gebruikt om personages of locaties weer te geven, of om emotionele toestanden te suggereren.
Dialoog :Dialoog is de belangrijkste vorm van communicatie in radiodrama's en wordt gebruikt om het verhaal en de personages over te brengen. Dialogen kunnen naturalistisch of gestileerd zijn en kunnen variëren van realistische gesprekken tot meer poëtische of metaforische taal.
Vertelling :Vertelling wordt in radiodrama's gebruikt om exposities en achtergrondinformatie te geven en om tussen scènes over te schakelen. De vertelling kan worden gegeven door één enkele verteller, of door meerdere vertellers die verschillende rollen binnen het verhaal kunnen vervullen.
Karakterisering :Personages in radiodrama's worden ontwikkeld door hun dialoog, acties en relaties met andere personages. Karakterisering kan worden bereikt door stemacteren, vocale maniertjes en het gebruik van geluidseffecten en muziek om karaktereigenschappen te versterken.
Plot :Radiodrama's hebben doorgaans een duidelijke plotstructuur, met een begin, midden en einde. De plot kan gericht zijn op een enkel personage of een groep personages, en kan variëren van realistische verhalen tot meer fantastische of abstracte verhalen.
Sfeer :De sfeer van een radiodrama wordt gecreëerd door het gebruik van geluidseffecten, muziek, gesproken tekst en karakterisering. Sfeer kan worden gebruikt om een gevoel van plaats, tijd en stemming te creëren en om de emotionele context van het verhaal over te brengen.