1. Angst om het ambitieuze karakter te verliezen :Lady Macbeth maakt zich zorgen dat haar man, Macbeth, misschien niet de ambitie en meedogenloosheid heeft die nodig is om de kroon te behalen. Ze vreest dat hij misschien te vriendelijk en meelevend is om te doen wat nodig is om de macht veilig te stellen.
2. Angst om vrouwelijke deugden te verliezen :Lady Macbeth uit haar bezorgdheid over het verlies van haar vrouwelijke kwaliteiten, zoals zachtheid, mededogen en moraliteit, bij het nastreven van macht. Ze is bang dat het omarmen van duisternis en kwaad haar zelfgevoel zal uithollen en haar onherkenbaar zal maken.
3. Angst voor schuldgevoel en wroeging :Lady Macbeth maakt zich zorgen dat het schuldgevoel en de wroeging die zij kunnen ervaren na het begaan van gruwelijke daden ondraaglijk kunnen zijn. Ze verwacht dat het gewicht van hun misdaden hen zal achtervolgen en hun gemoedsrust zal vernietigen.
4. Angst om krankzinnig te worden :Naarmate het stuk vordert, begint Lady Macbeth tekenen van mentale onrust en door schuldgevoelens veroorzaakte waanzin te vertonen. Ze hallucineert, slaapwandelt en ervaart intense psychologische kwelling. Ze is bang de grip op de werkelijkheid te verliezen en te bezwijken voor waanzin.
Deze angsten en interne conflicten voegen complexiteit en diepgang toe aan het karakter van Lady Macbeth en laten de psychologische en emotionele onrust zien die zij doormaakt in haar streven naar macht.