1. Politieke idealen en vrijheid: Brutus was een groot voorstander van de Romeinse Republiek en haar traditionele waarden van vrijheid en burgerlijke deugd. Hij geloofde dat Caesar te machtig was geworden, waardoor het machtsevenwicht in de Senaat werd bedreigd en mogelijk tot de ineenstorting van de Republiek kon leiden. Brutus waardeerde het behoud van de Republiek boven persoonlijke loyaliteit of vriendschappen.
2. Behoud van de Republiek: Brutus vreesde dat Caesars ambitie voor absolute macht uiteindelijk zou resulteren in het verlies van de democratische instellingen van de Republiek. Hij zag de moord als een noodzakelijke maatregel om te voorkomen dat Caesar een tiran zou worden en het traditionele machtsevenwicht in Rome zou herstellen.
3. Morele verplichtingen en vriendschap: Ondanks zijn nauwe persoonlijke vriendschap met Caesar voelde Brutus zich door een hogere morele plicht gedwongen om in het beste belang van Rome te handelen. Hij geloofde dat zijn liefde voor de Republiek persoonlijke emoties overstijgt, waardoor hij prioriteit gaf aan het welzijn van de staat boven zijn vriendschap met Caesar.
4. Invloed van Cassius en de samenzweerders: Brutus werd beïnvloed door andere prominente figuren in de samenzwering, met name zijn zwager Gaius Cassius Longinus. Cassius speelde een belangrijke rol bij het overtuigen van Brutus om zich bij het complot aan te sluiten door een beroep te doen op zijn plichtsbesef, eer en de mogelijke gevolgen van Caesars heerschappij.
5. Filosofische overtuigingen: Brutus werd diep beïnvloed door de stoïcijnse filosofie, die de nadruk legde op persoonlijke integriteit en zelfopoffering voor het grotere goed. Zijn filosofische overtuigingen kwamen overeen met het idee dat het welzijn van de staat vóór individuele belangen of persoonlijke allianties moet komen.
Het is belangrijk op te merken dat deze factoren vaak met elkaar verweven zijn, en dat de beslissing van Brutus om deel te nemen aan de moord een complexe en zeer persoonlijke keuze was die voortkwam uit zijn liefde voor Rome, zijn toewijding aan de Republikeinse idealen en zijn gevoel van morele verplichting om de positie van de Republiek in stand te houden. vrijheden en tradities.