- __Imitatie van klassieke modellen:__ Neoklassieke toneelschrijvers lieten zich inspireren en begeleiden door de werken van oude Griekse en Romeinse toneelschrijvers, zoals Sophocles, Euripides en Seneca. Ze wilden hun stijl, thema's en structurele conventies nabootsen.
- Nadruk op rede en logica:Rationaliteit en logisch redeneren werden zeer gewaardeerd in het neoklassieke drama. Er werd verwacht dat toneelstukken samenhangend en goed gestructureerd waren, met een duidelijke en logische plotontwikkeling. Karaktermotivaties en -acties waren eerder geworteld in redenering dan in irrationele emoties.
- __Drie Eenheden:__ Het neoklassieke drama volgde de drie eenheden van het drama, ook wel bekend als de klassieke eenheden. Dit waren:
- __Eenheid van tijd:__ De actie van het stuk moet plaatsvinden binnen een enkele dag of een korte periode, meestal 24 uur.
- __Eenheid van plaats:__ De actie moet beperkt blijven tot een enkele locatie of een beperkt aantal nauw met elkaar verbonden locaties.
- __Eenheid van actie:__ Het stuk moet zich concentreren op één hoofdplot met een duidelijk begin, midden en einde.
- __Verheven taalgebruik en dictie:__ Het taalgebruik in het neoklassieke drama was vaak verheven en poëtisch. Het doel was om een formele en verfijnde sfeer te creëren, die de nobelheid en grootsheid van de gepresenteerde personages en thema's weerspiegelt.
- __Morele lessen:__ Neoklassiek drama bevatte vaak een didactisch element, waarbij morele lessen of leringen aan het publiek werden aangeboden. Deze boodschappen waren op subtiele wijze verweven in de plot- en karakterinteracties, met als doel deugd te inspireren en ethisch gedrag te bevorderen.
- __Invloed van Franse klassiekers:__ Het neoklassieke drama werd sterk beïnvloed door het Franse klassieke theater van de 17e eeuw, met name door het werk van toneelschrijvers als Pierre Corneille, Jean Racine en Molière. Franse neoklassieke principes en esthetiek werden op grote schaal overgenomen in andere Europese landen, waaronder Engeland.