Opkomende actie: Dit is waar het conflict begint te escaleren. De personages worden geconfronteerd met uitdagingen en obstakels die ze moeten overwinnen.
Crisis: Dit is het keerpunt van het stuk, waar het conflict zijn hoogtepunt bereikt. De personages moeten een beslissing nemen die grote gevolgen zal hebben.
Vallende actie: Dit is waar het conflict begint op te lossen. De personages beginnen de uitdagingen en obstakels waarmee ze te maken hebben te overwinnen.
Conclusie: Dit is het einde van het stuk, waar het conflict is opgelost. De personages hebben geleerd en zijn gegroeid van hun ervaringen, en kunnen verder met hun leven.
Naast deze structurele elementen zijn er nog verschillende andere elementen die essentieel zijn voor een dramatische actie. Deze omvatten:
Tekens: De personages zijn de mensen die de plot van het stuk bepalen. Ze moeten goed ontwikkeld en geloofwaardig zijn en het publiek moet zich erin kunnen inleven.
Dialoog: De dialoog is de taal die de personages gebruiken om met elkaar te communiceren. Het moet duidelijk, beknopt en geloofwaardig zijn, en het moet helpen om het plot vooruit te helpen.
Instelling: De setting is de tijd en plaats waar het stuk plaatsvindt. Het moet passen bij het verhaal en het moet helpen de sfeer van het stuk te creëren.
Verhaal: De plot is de opeenvolging van gebeurtenissen waaruit het stuk bestaat. Het moet interessant en boeiend zijn, en het publiek moet blijven raden.
Thema: Het thema is de centrale gedachte van het stuk. Het is waar de toneelschrijver het publiek over wil laten nadenken nadat ze het stuk hebben gezien.
Een dramatische actie is een complex kunstwerk met vele facetten. Alle hierboven genoemde elementen zijn essentieel voor het creëren van een succesvol spel. Door deze richtlijnen te volgen kunnen toneelschrijvers krachtige en ontroerende kunstwerken creëren die het publiek van alle leeftijden zullen vermaken en inspireren.