1. Macht en invloed:
Abigail ziet de kracht die je krijgt als je een aanklager bent. Door anderen van hekserij te beschuldigen, kan ze de stad manipuleren en aandacht en controle verwerven. Ze gebruikt deze beschuldigingen als een manier om macht over anderen uit te oefenen en de aandacht af te leiden van haar eigen twijfelachtige daden, vooral haar affaire met John Proctor.
2. Rivaliteit en jaloezie:
Abigail koestert een diepe jaloezie jegens Elizabeth Proctor, de vrouw van John Proctor, die zij ziet als een bedreiging voor haar relatie met John. Door Elizabeth te beschuldigen van hekserij hoopt Abigail haar concurrentie uit te schakelen en haar positie als Johns minnaar veilig te stellen.
3. Wraak:
Abigail voelt zich onrecht aangedaan en vernederd nadat John Proctor haar avances afwijst. Ze gebruikt de hekserijprocessen als een kans om wraak te nemen op John en iedereen die met hem verbonden is.
4. Angst voor blootstelling:
Abigail vreest dat haar illegale relatie met John Proctor ontdekt zou kunnen worden, wat haar reputatie en sociale status in de gemeenschap zou schaden. Door anderen te beschuldigen leidt ze de aandacht af van haar eigen zonden en weerlegt ze elke verdenking die op haar zou kunnen vallen.
5. Sociale hysterie:
De stad Salem verkeert al in paniek en angst vanwege de eerste beschuldigingen van hekserij. Abigail erkent de kans die deze verhoogde emotionele toestand biedt en exploiteert deze in haar voordeel door meer namen toe te voegen aan de lijst met beschuldigde personen.
6. Gebrek aan verantwoordelijkheid:
Door het ontbreken van een duidelijk juridisch kader en het vertrouwen op spookachtig bewijsmateriaal tijdens de heksenprocessen in Salem kon Abigail beschuldigingen uiten zonder angst voor onmiddellijke gevolgen of kruisverhoor. Dit vergemakkelijkte haar vermogen om valse beschuldigingen te uiten zonder verantwoordelijk te worden gehouden voor haar daden.
7. Aanmoediging van autoriteitsfiguren:
Bepaalde gezagsdragers in de gemeenschap, zoals rechter Danforth en dominee Parris, moedigen en ondersteunen de beschuldigingen van Abigail aan. Ze willen graag bewijs van hekserij vinden, en Abigails bereidheid om anderen te beschuldigen versterkt hun overtuigingen.
8. Groepsdenken en conformiteit:
Naarmate de beschuldigingen aan kracht winnen en steeds meer individuen erbij betrokken raken, raakt Abigail verstrikt in de groepsdenkenmentaliteit die in de stad heerst. Ze conformeert zich aan de heersende hysterie, uit angst dat ze, als ze niet meedoet, zelf een doelwit zou kunnen worden.
Deze factoren zorgen er samen voor dat er een situatie ontstaat waarin Abigail Williams zich schuldig maakt aan valse beschuldigingen, wat bijdraagt aan de escalerende heksenjacht in Salem.