1. Empathie en begrip: De verteller erkent de ontberingen en onrechtvaardigheden waarmee Jennie wordt geconfronteerd vanwege haar ras en sociaal-economische status. Ze heeft begrip voor de situatie van Jennie en de beperkingen die haar worden opgelegd door de discriminerende samenleving.
2. Schuld en schaamte: De verteller voelt zich schuldig over de bevoorrechte positie van haar familie vergeleken met die van Jennie. Ze schaamt zich voor de manier waarop haar familie Jennie behandelt, haar negeert als slechts een bediende en haar menselijkheid en waardigheid niet erkent.
3. Onopgeloste conflicten: De verteller ervaart interne conflicten over haar gevoelens voor Jennie. Aan de ene kant geeft ze oprecht om Jennie's welzijn en veracht ze het racisme dat Jennie ervaart. Aan de andere kant kan ze de vooroordelen van haar familie niet rechtstreeks betwisten vanwege haar eigen maatschappelijke conditionering en angst voor uitsluiting.
4. Verlangen naar verbinding: Ondanks de barrières die sociale normen en verwachtingen opwerpen, verlangt de verteller naar een diepere band met Jennie. Ze voelt zich aangetrokken tot Jennie's kracht en vastberadenheid, in het besef dat ze allebei gemeenschappelijke ervaringen als vrouw hebben.
5. Emotionele afstand: De verteller behoudt ondanks haar empathie een emotionele afstand tot Jennie. Deze afstand is een product van de culturele en raciale scheidslijnen van die tijd, die elke authentieke interactie tussen hen belemmeren.
6. Realisatie van onrechtvaardigheid: Naarmate het verhaal zich ontvouwt, wordt het inzicht van de verteller in de oneerlijkheid van de maatschappelijke structuren duidelijker. Ze begint de onrechtvaardige status quo in twijfel te trekken, wat uiteindelijk leidt tot het ontwaken en afwijzen van de racistische denkwijze van haar familie.
7. Groei en transformatie: Door haar interacties met Jennie ondergaat de verteller een transformatieve reis. Haar evoluerende gevoelens en perspectieven maken de weg vrij voor haar om de vooroordelen van haar familie uit te dagen en een dieper gevoel van medeleven, begrip en solidariteit te ontwikkelen.
Over het algemeen zijn de emoties van de verteller jegens Jennie een complexe mix van sympathie, schuldgevoel, verlangen naar verbinding en emotionele afstandelijkheid. Haar gevoelens weerspiegelen de grotere sociale en raciale spanningen van die tijd en illustreren de moeilijkheden waarmee individuen te maken kregen bij het navigeren in een samenleving vol ongelijkheid en onrechtvaardigheid.