Arts >> Kunst en amusement >  >> theater >> monologen

Wat zijn voorbeelden van toespelingen in Julius Caesar?

1. De Ides van maart

Het stuk vermeldt regelmatig de Ides van maart, de dag waarop Julius Caesar werd vermoord. Deze datum heeft een historische betekenis en draagt ​​de connotatie in zich van verraad, geweld en politieke instabiliteit.

2. Brutus en Cassius

De karakters van Brutus en Cassius trekken parallellen met historische figuren uit het oude Rome. Brutus, een nobele en idealistische Romein, weerspiegelt de historische Brutus die een sleutelrol speelde in de moord op Caesar. Cassius, een politiek ambitieuzer personage, lijkt op de historische Cassius die ook betrokken was bij de samenzwering tegen Caesar.

3. De waarzegger

In Act I, Scene II waarschuwt een waarzegger Caesar om "pas op voor de Ides van maart." Deze toespeling verwijst naar een echte waarzegger die naar verluidt een soortgelijke waarschuwing aan Caesar gaf.

4. De rivier de Tiber

In Act I, Scene ii, vermeldt Casca dat de rivier de Tiber buiten zijn oevers is getreden en buiten zijn oevers is getreden. Dit is een verwijzing naar een feitelijke gebeurtenis die in 60 vGT in Rome plaatsvond en die de Romeinen beschouwden als een teken van goddelijk ongenoegen en onrust.

5. Kraaien en raven

Door het hele stuk heen vermelden verschillende personages de aanwezigheid van kraaien en raven, die in de Romeinse cultuur vaak werden gezien als symbolen van dood en pech.

6. De Sibillijnse orakels

In Act I, Scene ii, noemt Cassius de Sibillijnse Orakels, een verzameling oude profetieën waarvan werd aangenomen dat ze de toekomst voorspelden. Deze toespeling voegt een element van bovennatuurlijke intriges toe aan het verhaal.

7. Stoïcisme

Het stuk verwijst naar de filosofische school van het stoïcisme via personages als Brutus, die ondanks tegenslag standvastigheid, zelfbeheersing en emotionele onthechting tonen.

8. Romeinse historische figuren

Het stuk verwijst naar verschillende historische figuren uit het oude Rome, waaronder Pompeius de Grote, Cicero en Marc Antony. Er wordt naar deze personages verwezen en hun erfenissen bepalen het politieke landschap en de conflicten van het stuk.

monologen

Verwante categorieën