Verbale communicatie:
- Spreken:dit omvat het persoonlijk, telefonisch of via videochat met anderen praten.
- Schrijven:dit omvat het schrijven van e-mails, brieven, sms-berichten of berichten op sociale media.
- Gebarentaal:dit is een vorm van visuele communicatie waarbij gebruik wordt gemaakt van handgebaren, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal.
Non-verbale communicatie:
- Lichaamstaal:Dit omvat gebaren, gezichtsuitdrukkingen en houding.
- Oogcontact:Dit is oogcontact maken met iemand wanneer u met hem of haar praat.
- Aanraking:Dit omvat onder meer iemands hand schudden, een knuffel geven of iemands schouder aanraken.
- Ruimte:Dit verwijst naar hoeveel persoonlijke ruimte iemand nodig heeft en hoe dicht hij/zij bij anderen staat.
- Uiterlijk:dit omvat de manier waarop iemand zich kleedt, zijn kapsel en zijn make-up.
Het is belangrijk op te merken dat verbale en non-verbale communicatie vaak hand in hand gaan. Iemand kan bijvoorbeeld zeggen dat hij of zij blij is terwijl hij lacht en knikt. In dit geval wordt de verbale boodschap (zeggen dat ze blij zijn) versterkt door de non-verbale boodschap (glimlachen en knikken).