Courantes werden vaak in paren gedanst, waarbij de tweede courante sneller en uitgebreider was dan de eerste. Ze waren ook populair voor gebruik in hofballetten en andere theaterproducties.
De courante bleef populair tot in de 18e eeuw, maar nam uiteindelijk in populariteit af naarmate nieuwe dansen, zoals de wals en de polka, in de mode raakten. De courante blijft echter een belangrijk onderdeel van het barokdansrepertoire en wordt nog steeds uitgevoerd door liefhebbers van historische dans en muzikanten.