1. Conflict tussen het edict van Creon en de goddelijke wet:
- Antigone's dilemma:
- Antigone, de hoofdpersoon, wordt geconfronteerd met een moreel dilemma wanneer haar oom Creon, de koning van Thebe, een edict uitvaardigt dat de begrafenis verbiedt van haar broer Polynices, die tot verrader werd verklaard.
- Antigone gelooft dat ze een morele en religieuze plicht heeft om haar broer te begraven volgens oude gebruiken en religieuze riten, ongeacht het edict van Creon.
2. Creons koppigheid versus menselijk mededogen:
- Creons trouw aan zijn edict en zijn trots brachten hem ertoe de pleidooien voor genade en begrip van Antigone, zijn zoon Haemon en het koor te negeren.
- Haemon probeert zijn vader ervan te overtuigen zijn harde beslissing te heroverwegen, waarbij hij het belang van mededogen en respect voor de goden benadrukt.
3. Antigone's verzet tegen het staatsgezag:
- Antigone's opzettelijke verzet tegen het edict van Creon daagt het gezag van de staat uit en roept vragen op over de grenzen van de macht van een heerser.
- Creon is vastbesloten zijn gezag te laten gelden en de orde te handhaven, zelfs als dit betekent dat hij morele principes overtreedt.
4. Lot en goddelijke gerechtigheid:
- Het conflict omvat ook de wisselwerking tussen menselijk handelen en de krachten van het lot of goddelijke gerechtigheid.
- De keuzes van Antigone en de beslissingen van Creon hebben ernstige gevolgen, die uiteindelijk kunnen leiden tot hun ondergang en het uiteenvallen van Thebe.
Gedurende het hele stuk onderzoeken deze conflicten diepgaande thema's als loyaliteit, familiale plichten, individueel geweten, rechtvaardigheid en de gevolgen van trots en koppigheid.