Het verenigende thema van Sonnet 31 en 39 is?
Sonnet 31 en Sonnet 39 bevatten het verenigende thema van liefde en haar kracht. In Sonnet 31 vergelijkt de spreker zijn liefde met een zomerdag en beschrijft deze als 'mooier en gematigder'. Vervolgens zegt hij dat zijn liefde nooit zal vervagen, ook al maakt de zomerdag uiteindelijk plaats voor de winter. Op dezelfde manier vergelijkt de spreker in Sonnet 39 zijn liefde met een ‘kostbaar juweel’ dat ‘duurder is dan goud’ en ‘zeldzamer dan oosterse parels’. Vervolgens zegt hij dat zijn liefde zo sterk is dat ze elk obstakel kan weerstaan, inclusief het verstrijken van de tijd. Beide sonnetten drukken de diepe en blijvende liefde van de spreker voor zijn geliefde uit, en beide gebruiken beeldspraak en metaforen om de kracht en schoonheid van die liefde over te brengen.