Overspel: Abigail beschuldigt John Proctor ervan overspel met haar te hebben gepleegd en beweert dat ze een affaire hadden terwijl ze als bediende in zijn huishouden werkte. Proctor ontkent deze beschuldigingen heftig en houdt het hele stuk vol dat hij onschuldig is.
Beschuldigingen van hekserij: Abigail is een van de belangrijkste aanklagers in de hekserijprocessen in Salem, en zij beschuldigt Proctors vrouw, Elizabeth Proctor, van hekserij. Proctor probeert zijn vrouw te verdedigen en de leugens van Abigail bloot te leggen, maar zijn pogingen zijn niet succesvol.
Macht en manipulatie: Abigail gebruikt haar positie als aanklager om macht en controle te verwerven over de mensen in Salem. Ze is in staat de rechtbank te manipuleren en de publieke opinie te beïnvloeden met haar beschuldigingen, waardoor Proctor en anderen die tegen haar zijn in gevaar komen.
Reputatie en eer: Proctor is een gerespecteerde man in Salem, en hij waardeert zijn reputatie en eer. Abigails beschuldigingen bedreigen zijn goede naam en de stabiliteit van zijn familie, wat de spanning tussen hen vergroot.
Persoonlijke vijandschap: Afgezien van de specifieke gebeurtenissen en beschuldigingen lijkt er sprake te zijn van een persoonlijke vijandschap tussen Proctor en Abigail. Hun conflict komt ook voort uit hun verschillende persoonlijkheden, overtuigingen en morele kompassen.