Ritme :
- Anafora :De herhaling van de zinsnede "De wind was" aan het begin van verschillende strofen zorgt voor een sterk ritme en gevoel van beweging.
Voorbeeld:
De wind was een stortvloed van duisternis
De wind was een wal van geluid.
- Assonantie :De herhaling van klinkers binnen een regel of strofe draagt bij aan het ritme van het gedicht.
Voorbeeld:
De maan was helder, maar de nacht was zwart,
En de sterren waren mistig en wit.
- Alliteratie :De herhaling van medeklinkers aan het begin van woorden creëert een ritmisch patroon.
Voorbeeld:
Hij reed met de wind door de wilde middernacht,
Alsof hij op vleugels vloog.
Rijm :
- Rijmende coupletten :Veel strofen in het gedicht volgen een AABB-rijmschema, waardoor een consistente en harmonieuze geluidsstroom ontstaat.
Voorbeeld:
De maan was helder, maar de nacht was zwart,
En de sterren waren mistig en wit.
De weg was een lint van zilver
Zich uitstrekkend naar de nacht.
- Interne rijmpjes :Rijmen die binnen een regel voorkomen.
Voorbeeld:
De maan was helder, maar de nacht was zwart
(Rijm van helder en zwart)
- Slant rijm :Near-rhymes of off-rhymes die een gevoel van nabijheid creëren, maar niet de exacte herhaling van geluiden.
Voorbeeld:
De maan was helder, maar de nacht was zwart,
En de sterren waren mistig en wit.
(Rijm van helder en wit is een voorbeeld van schuin rijm omdat de geluiden vergelijkbaar zijn, maar niet precies hetzelfde.)