Volgens de legende woonde Bess, de dochter van een gewaardeerde stadsambtenaar, naast The Old Crown, een etablissement dat bekend stond om zowel feestvreugde als rust voor vermoeide reizigers. Haar leven leek voorbestemd voor comfort en veiligheid, maar het lot kwam tussenbeide toen haar pad zich verweven met dat van Alfred.
Elke nacht onder de gloed van de maan verscheen Alfred. Hij beklom sierlijk een muur in de herberg en ging snel de kamer van Bess binnen door een open raam. Er bloeide liefde tussen hen op, waardoor een band ontstond die sterker was dan welk obstakel dan ook dat hun pad kruiste.
Op een winteravond, toen de omgeving bedekt was met sneeuw en de kou daalde, werd Alfred geconfronteerd met verraad. Verraden door een man die bekend staat als Tim de Strijder, werd Alfred in een hinderlaag gelokt door de autoriteiten van The Moat House, een afgelegen locatie waar hij zijn toevlucht had gezocht. Hoewel hij overtroffen en in de minderheid was, vocht hij dapper en slaagde erin te vluchten voor zijn achtervolgers.
Gewond vluchtte hij door het koude landschap totdat hij Kingston bereikte. Ondanks de pijn en de meedogenloze achtervolging deed zijn hart pijn voor Bess, omdat hij de gedachte niet kon verdragen haar achter te laten.
Hij vond troost in de warmte van The Old Crown, waar Bess reikhalzend op hem wachtte, haar hart klopte van onzekerheid en angst. In een vluchtig moment van tederheid omhelsden ze elkaar stevig en deelden ze een liefde die alles overtrof.