1. Eerste kwatrijn: Het eerste kwatrijn (vier regels) introduceert het hoofdthema of idee van het sonnet. Het stelt vaak een vraag, maakt een observatie of zet de toon.
- Rijmschema:ABAB
2. Tweede kwatrijn: Het tweede kwatrijn bouwt voort op het hoofdidee of thema dat in het eerste kwatrijn werd geïntroduceerd. Het biedt vaak aanvullende informatie of voorbeelden om het hoofdargument te ondersteunen.
- Rijmschema:CDCD
3. Derde kwatrijn: Het derde kwatrijn presenteert een verschuiving of wending in het gedicht. Het introduceert vaak een nieuw perspectief, stelt een vraag of biedt een contrasterend gezichtspunt.
- Rijmschema:EFEF
4. Koppeltje: Het laatste couplet (twee regels) geeft een conclusie, samenvatting of laatste gedachte. Het laat vaak een sterke of gedenkwaardige indruk achter en verbindt het sonnet met elkaar.
- Rijmschema:GG
Het rijmschema van een Shakespeare-sonnet is ABAB CDCD EFEF GG. Elke regel bestaat typisch uit een jambische pentameter, een meter bestaande uit vijf jamben (beklemtoonde-onbeklemtoonde paren).