In welk fundamenteel conflict ontstaat er tussen hoofdpersoon Creon en antagonist Antigone?
In het toneelstuk "Antigone" van Sophocles draait het fundamentele conflict dat zich ontwikkelt tussen de hoofdpersoon, Creon, en de antagonist, Antigone, om de begrafenis van Antigone's broer, Polynices. Creon heeft als de nieuwe heerser van Thebe verklaard dat Polynices niet begraven mag worden omdat hij een verrader van de stad was. Antigone gelooft echter dat ze de goden en haar familie moet eren door Polynices te begraven, ongeacht het edict van Creon. Dit conflict zorgt voor de centrale spanning en bepaalt de plot van het stuk.