Arts >> Kunst en amusement >  >> theater >> monologen

Wat zijn de verschillende grieven die de spreker zich herinnert in sonnet 30 van Shakespeare?

In Sonnet 30 herinnert de spreker zich verschillende grieven die hij koestert tegen Fortune, de personificatie van geluk of het lot. Deze grieven omvatten:

1. Verlies van jeugdige schoonheid:

De spreker treurt om het verlies van zijn jeugdige fysieke aantrekkelijkheid. Naarmate de tijd verstrijkt, ziet hij zijn schoonheid vervagen, wat hem verdriet en een gevoel van spijt bezorgt.

2. Gebrek aan materiële rijkdom:

De spreker betreurt zijn gebrek aan materiële rijkdom en financiële zekerheid. Hij uit zijn frustratie over zijn beperkte middelen en de voortdurende uitdagingen waarmee hij wordt geconfronteerd bij het vergaren van rijkdom.

3. Onvervulde ambities:

De spreker betreurt het dat zijn gekoesterde ambities en verlangens onvervuld zijn gebleven. Hij voelt zich ontmoedigd en teleurgesteld omdat hij er niet in is geslaagd de doelen te bereiken die hij zichzelf had gesteld.

4. Missuccesvolle liefde:

De spreker treurt over zijn mislukte pogingen om ware liefde te vinden. Hij drukt zijn verdriet en teleurstelling uit omdat hij niet in staat is om zinvolle en vervullende romantische relaties aan te gaan.

5. Angst voor de dood:

Aan al deze grieven ligt de angst van de spreker voor de dood ten grondslag, die hij personifieert als een ‘tegenstander’. Hij vreest de onvermijdelijkheid van de sterfelijkheid en rouwt om het feit dat alle aardse schoonheid, rijkdom en prestaties uiteindelijk verloren zullen gaan in de loop van de tijd.

monologen

Verwante categorieën