- Observeren: Subli moet de behoeften en voorkeuren van de deelnemers kunnen observeren en begrijpen om de best mogelijke ondersteuning te kunnen bieden. Dit omvat onder meer het zich bewust zijn van de fysieke, emotionele en mentale toestand van de deelnemer, evenals van zijn/haar culturele achtergrond en waarden.
- Luisteren: Subli moet aandachtig naar de deelnemers kunnen luisteren om hun ervaringen en zorgen te begrijpen. Dit houdt onder meer in dat je kunt horen wat de deelnemers zowel verbaal als non-verbaal zeggen.
- Empathie: Subli moet zich kunnen inleven in de deelnemers om hun gevoelens en ervaringen vanuit hun eigen perspectief te begrijpen. Hierdoor kan Subli de deelnemers de ondersteuning en begeleiding bieden die zij nodig hebben.
- Communicatie: Subli moet effectief met de deelnemers kunnen communiceren om de best mogelijke ondersteuning te kunnen bieden. Dit houdt onder meer in dat u concepten en ideeën duidelijk kunt uitleggen en dat u naar de vragen en zorgen van de deelnemers kunt luisteren en deze kunt begrijpen.
- Probleemoplossing: Subli moet de deelnemers kunnen helpen bij het identificeren en oplossen van problemen die zich tijdens hun behandeling kunnen voordoen. Hierbij hoort ook het creatief kunnen denken en het bedenken van oplossingen die zijn afgestemd op de individuele behoeften van de deelnemers.
- Belangenbehartiging: Subli moet kunnen pleiten voor de rechten en behoeften van de deelnemers. Dit houdt onder meer in dat we namens de deelnemers kunnen spreken en ervoor kunnen zorgen dat hun stem wordt gehoord.
- Samenwerking: Subli moet kunnen samenwerken met andere professionals om de deelnemers de best mogelijke zorg te kunnen bieden. Dit omvat onder meer het kunnen delen van informatie en ideeën, en het samenwerken om behandelplannen te ontwikkelen en uit te voeren.