Elk couplet in een dichotome sleutel is bedoeld om de groep organismen die wordt beschouwd in twee verschillende groepen te verdelen op basis van een specifiek kenmerk. Deze kenmerken kunnen fysieke kenmerken omvatten, zoals de aan- of afwezigheid van bepaalde structuren, of ecologische kenmerken, zoals habitatvoorkeur of dieet. Door de opties geleidelijk te beperken, leidt de dichotome sleutel de gebruiker naar de juiste identificatie van het organisme.
Hier volgen enkele voorbeelden van vragen die in dichotome toonsoorten kunnen worden gesteld:
- Heeft het organisme vleugels?
-a) Ja; ga naar couplet #3
-b) Nee; ga naar couplet #5
- Heeft het organisme groene bladeren?
-a) Ja; ga naar couplet #7
-b) Nee; ga naar couplet #9
- Leeft het organisme in aquatische omgevingen?
-a) Ja; ga naar couplet #11
-b) Nee; ga naar couplet #13