In geschreven werken komt de inleiding doorgaans vóór de hoofdtekst van de tekst en heeft deze verschillende functies:
1. Krijgt aandacht: De intro is bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken en hem te verleiden om verder te lezen. Het kan beginnen met een verrassend feit, een boeiende vraag, een interessante anekdote of een treffend beeld.
2. Geeft achtergrondinformatie: De intro biedt essentiële context en informatie die de lezer helpt het besproken onderwerp te begrijpen. Het presenteert relevante feiten, statistieken en definities om de weg te bereiden voor de volgende secties.
3. Vermeldt het doel: De intro schetst het hoofddoel van het geschreven stuk. Het vermeldt duidelijk het onderwerp en geeft een kort overzicht van wat de lezer van de rest van de inhoud kan verwachten.
4. Wekt interesse: Een effectieve intro wekt interesse in het onderwerp en motiveert de lezer om meer te leren. Het creëert een gevoel van anticipatie en moedigt verdere verkenning van het onderwerp aan.
Op dezelfde manier speelt de intro bij gesproken presentaties of video's een cruciale rol bij het betrekken van het publiek en het zetten van de toon voor de komende inhoud. Het biedt een beknopt overzicht van de belangrijkste punten of onderwerpen die aan bod komen, trekt de aandacht van het publiek en helpt bij het opbouwen van geloofwaardigheid en vertrouwen bij de spreker of presentator.
Samenvattend is een 'intro' het inleidende deel van een geschreven werk, een toespraak of een presentatie die tot doel heeft de aandacht te trekken, achtergrondinformatie te verschaffen, het doel te vermelden, interesse te wekken en de weg vrij te maken voor de belangrijkste inhoud die volgt.