- Familieliefde en loyaliteit: Antigone's liefde voor haar broer Polyneices is een drijvende kracht in het stuk. Ze gelooft dat het haar plicht is om het lichaam van haar broer op gepaste wijze te respecteren, ook al heeft koning Creon het verboden. Antigone's acties worden gedreven door haar onwankelbare loyaliteit aan haar familie, en ze is bereid haar eigen leven te riskeren om Polyneices de begrafenis te geven die hij verdient.
- Religieuze en morele plicht: Antigone's motivaties zijn ook geworteld in haar religieuze en morele overtuigingen. In het oude Griekenland werd het als een heilige plicht beschouwd om de doden op de juiste manier te begraven, en het nalaten hiervan werd gezien als een ernstige overtreding tegen de goden. Antigone gelooft dat ze, door het bevel van Creon te trotseren en Polyneices een begrafenis te geven, de goddelijke wetten van de goden handhaaft, zelfs als deze in strijd zijn met door mensen gemaakte wetten.
- Uitdaging van autoriteit: De acties van Antigone vormen ook een uitdaging voor het gezag van koning Creon. Ze tart openlijk zijn besluit en beweert dat de wetten van de goden voorrang hebben op die van stervelingen. De motivaties van Antigone stellen de grenzen van gehoorzaamheid aan autoriteit in vraag en benadrukken het belang van het individuele geweten en morele integriteit.
Gedurende het hele stuk onthullen de motivaties van Antigone haar karaktersterkte, morele standvastigheid en onwankelbare toewijding aan haar principes en waarden. Haar acties wekken bewondering op voor haar moed en roepen belangrijke vragen op over het conflict tussen persoonlijke moraliteit, gezinsloyaliteit en maatschappelijke verwachtingen.