De dood van Brutus in de slag bij Filippi:
1. Vlucht naar Filippi: Na de moord op Julius Caesar vluchten Brutus en zijn mede-samenzweerders naar Filippi in Macedonië om zich voor te bereiden op het onvermijdelijke conflict met Marcus Antonius en Octavius, die de dood van Caesar willen wreken.
2. De strijd begint: De legers van Brutus en Cassius (een andere samenzweerder in de moord op Caesar) worden geconfronteerd met de troepen van Marcus Antonius en Octavius in de Slag bij Filippi. De veldslagen bestaan uit twee grote gevechten.
3. Eerste betrokkenheid: De troepen van Cassius duwen aanvankelijk de troepen van Antony terug, Brutus blijft in reserve. De cavalerie-aanval van Marcus Antonius keert echter het tij in hun voordeel, waardoor de troepen van Brutus en Cassius gedwongen worden zich terug te trekken.
4. Miscommunicatie: Miscommunicatie tussen Brutus en Cassius leidt tot verwarring op het slagveld. Cassius interpreteert de situatie verkeerd en, in de overtuiging dat het leger van Brutus op de vlucht is geslagen, maakt hij zelfmoord.
5. Tweede opdracht: Brutus en de overgebleven troepen hergroeperen zich en besluiten de volgende ochtend een laatste standpunt in te nemen tegen de vijand. Brutus beseft dat hun situatie hopeloos is en bereidt zich voor op de dood.
6. Noodlottig gevecht: Brutus vecht dapper, vastbesloten om eervol te sterven. Hij gaat duels aan met verschillende vijanden, maar valt uiteindelijk in de strijd. Marcus Antonius en Octavius komen naar voren als de overwinnaars van de Slag bij Filippi, waarmee ze hun controle over de Romeinse wereld verstevigen.
De dood van Brutus markeert een belangrijk keerpunt in het stuk. Het is een tragisch einde voor een personage dat, ondanks zijn tekortkomingen, met nobele bedoelingen handelde ter wille van Rome.