1. Zinstructuur: Kijk hoe de auteur zijn zinnen opbouwt. Geven ze de voorkeur aan lange, complexe zinnen, of aan kortere, eenvoudigere zinnen? Geven ze de voorkeur aan gevarieerde zinsstructuren of herhalen ze bepaalde patronen?
2. Woordkeuze: Let op de woordenschat van de auteur. Gebruiken ze verfijnde, technische woorden, alledaagse taal of een combinatie van beide? Zijn er bepaalde woorden die ze herhaaldelijk gebruiken?
3. Beeldspraak en figuurlijk taalgebruik: Merk op hoe de auteur literaire middelen zoals beelden, metaforen, vergelijkingen en personificaties gebruikt om een levendig en fantasierijk verhaal te creëren.
4. Toon en stem: Denk aan de algehele toon en stem van het schrijven. Is het humoristisch, serieus, ironisch of iets anders? Komt de persoonlijkheid van de auteur naar voren in het schrijven?
5. Thema's en ideeën: Identificeer de belangrijkste thema's en ideeën die in het verhaal worden onderzocht. Het unieke perspectief en de inzichten van een auteur kunnen hun onderscheidende literaire stem onthullen.
6. Karakterontwikkeling: Analyseer hoe de auteur zijn karakters ontwikkelt. Hebben de personages diepgang en complexiteit, of zijn ze eendimensionaal? Gebruikt de auteur dialogen, interne monologen of flashbacks om zijn gedachten en emoties te onthullen?
7. Plotstructuur: onderzoeken hoe de auteur zijn plot structureert. Is het lineair of niet-lineair? Volgt het een conventionele verhaallijn, of maakt het gebruik van experimentele of onconventionele technieken?
8. Ritme en flow: Lees het verhaal hardop (indien mogelijk) en merk op hoe het klinkt. Is het ritme soepel of onsamenhangend? Vloeit het schrijven moeiteloos of voelt het in bepaalde delen moeizaam?
9. Standpunt: Denk na over het standpunt van waaruit het verhaal wordt verteld. Gebruikt de auteur een verteller in de eerste persoon of een verteller in de derde persoon? Hoe beïnvloedt het gekozen perspectief de perceptie van de lezer over het verhaal en het personage?
10. Toespelingen en verwijzingen: Auteurs putten in hun schrijven vaak uit hun eigen ervaringen, culturele invloeden en literaire inspiraties. Zoek naar toespelingen op gebeurtenissen uit de echte wereld, literatuur, kunst of filosofie die kunnen bijdragen aan het unieke karakter van hun vertelstijl.