- Acteren:Studenten leren basisacteertechnieken, zoals improvisatie, karakterontwikkeling en vocale projectie. Ze kunnen ook verschillende acteerstijlen bestuderen, zoals klassiek, modern en commedia dell'arte.
- Regie:Studenten leren over de principes van regisseren, zoals blokkeren, ensceneren en belichten. Ze kunnen ook verschillende regiestijlen bestuderen, zoals realisme, expressionisme en naturalisme.
- Produceren:studenten leren over het proces van het produceren van theaterproducties, zoals budgettering, planning en marketing. Ze kunnen ook verschillende soorten theatrale producties bestuderen, zoals musicals, toneelstukken en opera's.
- Theatergeschiedenis:studenten leren over de geschiedenis van het theater vanaf de oorsprong in het oude Griekenland tot heden. Ze kunnen verschillende theatrale genres bestuderen, zoals tragedie, komedie en drama.
- Theaterkritiek:Studenten leren theaterproducties analyseren en bekritiseren. Ze kunnen verschillende kritische theorieën en benaderingen bestuderen, zoals formalistische kritiek, feministische kritiek en postkoloniale kritiek.
- Toneelschrijven:studenten leren toneelstukken schrijven, inclusief het ontwikkelen van personages, plots en thema's. Ze kunnen ook verschillende technieken voor toneelschrijven bestuderen, zoals dialoog, regie en visuele beelden.
- Optreden:Studenten hebben de mogelijkheid om op te treden in theatrale producties, zowel in de klas als in het openbaar. Ze kunnen aan verschillende projecten werken, van korte scènes tot volledige toneelstukken.