In het Spaans zijn de onbepaalde lidwoorden "un" en "una". 'Un' wordt gebruikt vóór mannelijke zelfstandige naamwoorden, en 'una' wordt gebruikt vóór vrouwelijke zelfstandige naamwoorden. 'Tengo un perro' betekent bijvoorbeeld 'Ik heb een hond', en 'Tengo una casa' betekent 'Ik heb een huis'.
In de context van Spaanse lessen betekent "vul de lege plekken in met onbepaalde lidwoorden" dat je het juiste onbepaalde lidwoord vóór elk zelfstandig naamwoord in de lege ruimtes moet schrijven. Als u bijvoorbeeld de zin "Tengo ____ perro" krijgt, moet u "un" in de lege ruimte schrijven.