De dolk: De dolkverschijning symboliseert Macbeths ambitie en zijn drang naar macht. Deze verschijning verschijnt kort nadat Macbeth begint te overwegen koning Duncan te vermoorden, wat zijn verleiding en corruptie aangeeft door de gedachte koning te worden.
Het bloedige kind: Het bloedige kind vertegenwoordigt de schuld van Macbeth en de last die hij draagt nadat hij de moord op koning Duncan heeft gepleegd. Deze verschijning verschijnt na de moord en benadrukt de psychologische tol die de acties van Macbeth van hem eisen.
Het gekroonde kind dat een boom vasthoudt: Het gekroonde kind symboliseert de bedreiging voor Macbeths koningschap. Het voorspelt dat de nakomelingen van Banquo koningen zullen worden, wat Macbeth zorgen baart omdat hij vreest de macht te verliezen en vergelding te verwachten voor zijn misdaden.
Het kind met een kroon, een bebloed kind en een kind dat een boom vasthoudt: Deze verschijningen bevestigen opnieuw de profetieën die Macbeth van de heksen ontving. Het kind met de kroon vertegenwoordigt Malcolms uiteindelijke beklimming van de troon, het bloedige kind symboliseert de schuld die Macbeth met zich meedraagt, en het kind met de boom symboliseert de bescherming die Macduff omringt.
De Acht Koningen en Banquo: De laatste verschijning toont Macbeth een processie van acht koningen, waarvan de laatste Banquo is met een spiegel die nog veel meer koningen weerspiegelt. Dit visioen onthult de gevolgen van Macbeths daden, aangezien hij de lijn van Banquo's nakomelingen ziet, die met recht Schotland zullen regeren, terwijl zijn eigen lijn met hem zal eindigen.
Over het algemeen dienen de verschijningen als visuele manifestaties van Macbeths innerlijke strijd, zijn afdaling in de duisternis en de gevolgen van zijn daden. Ze voegen een bovennatuurlijk element toe aan het stuk en dragen bij aan de verkenning van de thema's schuld, ambitie en lot.